Diagnose

Hoe weet een Toyohari acupuncturist wat er uit balans is?

Een acupuncturist kan niet onmiddellijk werken vanuit de diagnose die gesteld is binnen de Westerse Geneeskunde. De Oosterse Geneeskunde heeft een heel eigen systeem van diagnose om de conditie te beschrijven binnen een meridiaanpatroon. Zo kunnen mensen met dezelfde klacht een zeer verschillende acupunctuurbehandeling krijgen: iedere conditie is uniek.

Een belangrijk onderdeel van de diagnose is uw verhaal over uw klachten en algemene gesteldheid. Doordat bij elke meridiaan vaste klachtenpatronen horen kunnen zij gerelateerd worden aan het meridianenstelsel.

Maar waar, ook bij de diagnose in de Toyohari, een grote nadruk op wordt gelegd is palpatie; het aanraken en voelen van specifieke reflexgebeiden op het lichaam. Dat begint met het voelen van de kenmerken van de huid in het verloop van de meridianen op onderbenen en onderarmen.

Het “hara” of buikonderzoek is het volgende onderdeel van de diagnose. 
Op de buik staan een aantal gebieden in verbinding met de verschillende meridianen. Aan de conditie van de huid en de buikwand kan de acupuncturist voelen of meridianen vol of leeg dan wel gestagneerd zijn.

Tenslotte wordt de polsdiagnose gesteld: de veranderingen in de toestand van de meridianen worden weerspiegeld in de pols(slag), tijdens de diagnose zal de acupuncturist daarom ook de pols voelen, maar ook regelmatig tijdens de behandeling wordt uw pols gevoeld om het verloop van de behandeling te monitoren en uw reactie op de behandeling te leren kennen.

De combinatie van kijken, luisteren, vragen stellen en voelen van meridianen, buik en pols zal leiden tot de uiteindelijke diagnose: uw acupuncturist kan aan het werk, en zal telkens reageren op uw reactie die hij/zij kan vaststellen op grond van veranderingen in uw polsslag of huidkenmerken.